Kan je een arbeids(weg)ongeval hebben als je om privéredenen langer op het werk blijft?

Na je werkuren blijf je nog wat langer op het werk om daar enkele privézaken af te wikkelen. Op weg naar huis heb je vervolgens een ongeval. Kan je in dat geval zeggen dat er sprake is van een arbeidsongeval? Het Hof van Cassatie moest over deze vraag standpunt innemen.

Wat was er gebeurd?

Een werknemer bleef na de werkuren nog een tijdje in de lokalen van zijn werkgever. Hij hielp een collega met het snijden van vlees dat deze laatste voor privédoeleinden wilde gebruiken. Hiervoor gebruikten ze de machines van hun werkgever (met diens toelating). De werknemer reed ongeveer twee uur later dan anders naar huis. Hij nam daarbij de gebruikelijke weg.

Onderweg raakte hij betrokken bij een verkeersongeval waarbij hij gewond geraakte. De werknemer meende dat er sprake was van een arbeidsongeval. Hij vroeg allerhande vergoedingen op van de arbeidsongevallenverzekeraar van zijn werkgever. De verzekeringsmaatschappij was het daar niet mee eens.

Wat besliste de rechter?

De zaak kwam uiteindelijk zelfs tot voor het Hof van Cassatie. Daar kreeg de werknemer gelijk. Het Hof van Cassatie meende dat de werknemer in dit geval een wettige reden had om nog een tijdje op de arbeidsplaats te blijven.

Volgens de rechters zorgde het feit dat de werknemer niet dadelijk naar huis vertrok (en gedurende de tijd dat hij nog op het werk bleef niet meer onder het gezag van zijn werkgever stond) er niet voor dat er geen sprake meer was van een arbeidsongeval.

Wat te onthouden?

Als je een ongeval hebt op de weg van of naar het werk waarbij je ook gewond geraakt, is er meestal sprake van een arbeidsongeval. Je moet daarbij wel rijden op het normale traject dat je moet afleggen om je van je verblijfplaats te begeven naar de plaats waar je werkt, en omgekeerd.

Dit arrest toont aan dat er ook sprake kan zijn van een arbeidsongeval als je na je werk daar om een wettige reden langer dan normaal blijft zonder dat je nog onder het gezag van je werkgever staat.

Jan Roodhooft

Hof van Cassatie, 31 maart 2014, www.juridat.be