Kan een werkgever een sollicitant afwijzen op grond van zijn zwaarlijvigheid?

Bij een sollicitatie kunnen er allerlei redenen zijn waarom een werkgever je al dan niet aanwerft. Maar mag hij ook rekening houden met je gewicht? Een vonnis van de arbeidsrechtbank in Luik gaat in op deze vraag.

Wat was er gebeurd?

Een kandidaat-werknemer solliciteerde voor een functie als rijinstructeur binnen een rijschool. Hierbij beschikte hij over alle vereiste kwalificaties. Na een eerste gesprek ontving de kandidaat van de werkgever een bericht waarin hem werd meegedeeld dat zijn kandidatuur niet werd weerhouden. De werkgever gaf daarbij aan dat het uiterlijk van de sollicitant niet paste bij de functie en dat het gewicht van de werknemer werd beschouwd als een handicap. Tevens vroeg de werkgever of de kandidaat-werknemer er al eens over nagedacht had om … gewicht te verliezen. De sollicitant, die verontwaardigd was door deze reactie, liet het er niet bij en stapte naar de rechtbank waar hij een schadevergoeding vroeg.

Wat besliste de rechtbank?

De arbeidsrechtbank gaf de afgewezen sollicitant gelijk. De rechter was van oordeel dat de afwijzing van de sollicitant op grond van zijn uiterlijk en gewicht een discriminatie vormt op basis van een handicap en minstens op grond van een uiterlijk kenmerk.

De rechter wees er ook op dat de werkgever de discriminatie niet kon rechtvaardigen door een essentiële beroepsvereiste aan te tonen. De werkgever werd dan ook veroordeeld om aan de sollicitant een schadevergoeding te betalen ten bedrage van zes maanden loon.

Wat te onthouden?

Een werkgever mag een sollicitant niet zomaar discrimineren op basis van zijn gewicht tenzij dat een essentieel gegeven zou zijn voor de functie. Doet de werkgever dat toch, dan handelt hij mogelijks in strijd met de antidiscriminatiewet. De afgewezen sollicitant kan dan een schadevergoeding vragen De wet laat je eventueel ook toe om een strafklacht neer te leggen tegen de werkgever. Het niet naleven van de antidiscriminatiewet wordt nu eenmaal ook strafrechtelijk beteugeld.

Jan Roodhooft, advocaat

Arbeidsrechtbank Luik 20 juni 2016, N.J.W., 2017, 366