Mag je werkgever op het nieuwjaarsfeest foto’s van je nemen en ze online zetten?

Tijdens het nieuwjaarsfeestje van je bedrijf worden er wat foto’s genomen. Ook jij wordt gefotografeerd. Maar wat als je werkgever die foto later online zet en je dat zelf liever niet hebt? Kan je je daar dan tegen verzetten?

Bedrijven plaatsen op facebook of op andere social media wel eens foto’s van allerhande bedrijfsfeestjes. Maar wat als je dat liever niet hebt? Welke argumenten kan je dan gebruiken om je werkgever te vragen om een foto waar jij op staat niet online te zetten?

Het mag niet zomaar

Je hebt (ook als werknemer) een zogenaamd portretrecht. Dat is het recht van een geportretteerde persoon om zich in bepaalde gevallen te verzetten tegen publicatie van zijn portret. Op basis van dat recht kan je zeggen dat je werkgever niet zomaar foto’s van jou mag nemen en die online mag zetten zonder dat je daar je toestemming voor geeft. Dat geldt ook voor foto’s die men van je neemt terwijl je op het nieuwjaarsfeestje van het werk bent. Je kan je daarnaast ook beroepen op de GDPR-wetgeving om te zeggen dat je werkgever niet zomaar mag beslissen om foto’s van jou op social media te zetten.

Tenzij je akkoord gaat

Als je werkgever je toestemming krijgt, mag hij op het bedrijfsfeest wel foto’s van je nemen en die ook online zetten. Die toestemming kan je al geven in de arbeidsovereenkomst zelf. Je werkgever kan je ook telkens er foto’s genomen worden of online gezet worden om je toestemming vragen. Om discussies te vermijden over hoever je toestemming juist gaat, wordt die ook best op papier gezet.

Wat kan je doen?

Wil je werkgever je foto toch publiceren zonder je toestemming dan kan je je daartegen verzetten. Is de publicatie al gebeurd dan kan je eisen dat je werkgever de foto’s verwijdert. Bovendien kan je strikt gezien zelfs een schadevergoeding van hem vragen. Zolang je in dienst bent, is het belangrijk hierbij niet onbezonnen te werk te gaan. Een procedure tegen je werkgever kan de samenwerking nu eenmaal ernstig bemoeilijken.

Jan Roodhooft, advocaat