Kan je werkgever tattoos of piercings verbieden?

Je zou een tattoo willen laten zetten op je onderarm. Of je wil een neuspiercing nemen. Moet je in dat geval je werkgever om zijn toestemming vragen? Kan je werkgever je verbieden om zo’n piercing of tattoo te zetten? Kan hij je vragen om die tijdens de werkuren te bedekken of uit te doen?

Een absoluut verbod kan niet

Een werkgever kan geen verbod opleggen aan zijn werknemers om een tattoo of piercing te nemen. Doet hij dat toch, is zo’n verbod niet geldig. Het verbod om een tattoo of piercing te hebben, kan immers beschouwd worden als een beperking van je fundamentele rechten en vrijheden. Je sowieso en steeds verplichten om je tattoo te bedekken of je piercing uit te doen tijdens de werkuren kan je werkgever al evenmin. Toch bestaan er gevallen waarin hij dat wel kan doen.

Er zijn uitzonderingen

Meer bepaald kan je werkgever je vragen om je tattoo te bedekken of je piercing uit te doen als die maatregel objectief en redelijk gerechtvaardigd is gelet op de aard van je functie in het bedrijf.

Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als het dragen van piercings de veiligheid en hygiëne in het bedrijf in het gedrang brengt. Denk daarbij maar aan personeelsleden die in een voedselverwerkend bedrijf in aanraking komen met het voedsel of aan werknemers die bepaalde machines moeten bedienen en die daar niet in ‘verstrikt’ mogen geraken. De werkgever zou in zo’n geval dan ook kunnen vragen om de piercings op de werkvloer uit te doen.

Ook de reputatie van een onderneming kan een reden zijn om zichtbare tatoeages of piercings op het werk te verbieden. Zo kan men bijvoorbeeld aan een werknemer met een commerciële functie vragen om zijn tattoos tijdens contacten met klanten te bedekken.

Een kwestie van redelijkheid

Als je werkgever voor jouw functie een verbod oplegt om piercings te dragen of tattoos te laten zien, kan je nog nagaan of dit verbod wel in verhouding staat tot het doel dat hij nastreeft. Is dat niet het geval en vind je het verbod overdreven, dan zou je dit kunnen aanvechten.

Jan Roodhooft, advocaat