Opzegtermijn: de nieuwe regels

Met de komst van het eenheidsstatuut zijn ook de regels rond opzegtermijnen veranderd. Sinds 1 januari 2014 telt bijvoorbeeld alleen je anciënniteit mee in de berekening ervan. Hoeveel je verdient, speelt geen rol meer. Met welke andere nieuwigheden moet je rekening houden?

Of je nu je ontslag krijgt of zelf opstapt, je opzegtermijn start op de maandag die volgt op de week waarin het ontslag bekend werd gemaakt. De wetgever telt dus niet meer in maanden maar in weken. Hoeveel weken je nog in het bedrijf moet blijven, varieert wel:

Als de werkgever jou ontslaat…

? Heb je minder dan 3 maanden gewerkt, dan heb je recht op een opzegtermijn van twee weken.
? Per periode van drie maanden dat je langer hebt gewerkt komen daar tot de 9de maand twee weken bij. Heb je dus tussen de zes en negen maanden gewerkt dan bedraagt de opzegtermijn 6 weken.
? Vervolgens komt er per periode van drie maanden één week bij tot aan de 24ste maand. Heb je tussen de 21 en de 24 maanden gewerkt, dan bedraagt de opzegtermijn 11 weken.
? Vervolgens komt er per jaar nog een week bij. Heb je tussen de vier en de vijf jaar gewerkt, dan bedraagt de opzeggingstermijn 15 weken.

Als je zelf opstapt…

? Heb je minder dan drie maanden gewerkt, dan moet je een opzegtermijn van één week respecteren.
? Tot en met 24 maanden werk komt daar per drie maanden een week bij.
? Heb je tussen de twee en de vier jaar gewerkt, dan geldt een opzeggingstermijn van 6 weken.

Gemengde regeling

Werkte je al voor 1 januari 2014 in het bedrijf en neem of krijg je je ontslag, dan is een gemengd systeem van kracht, met enerzijds de vroegere regels voor de anciënniteit die verworven is op 31 december en anderzijds de nieuwe regels voor de anciënniteit die je vanaf 1 januari 2014 hebt verworven.

Geert Degrande