Schuilt er een crisismanager in jou? Zo ontmijn je ruzies op het werk

Het kantoor is niet altijd een oord van peis en vree. ‘Jungle’ is soms een beter passende term, waar collega’s projecten van elkaar afsnoepen, achter elkaars rug smoezelen of gebukt gaan onder het terreurbewind van de baas. Klinken deze ‘mensencrisissen’ jou herkenbaar in de oren? In twee stappen kan je ze ontmijnen: isoleren en confronteren.

Crisissituatie #1: Jij hebt het financiële jaarverslag haast alleen gemaakt, maar op de voorstelling gaat jouw collega met de pluimen lopen.

Voor dit gedrag past maar één omschrijving: kinderachtig. Tja, daar ben jij intussen te oud voor geworden. Begin dus zeker geen scheldtirade tijdens de vergadering, want daar kom jij als ‘de zwakke’ uit. Het komt nogal wanhopig over als je roept: ‘Hé, ík heb dat verslag wel gemaakt!’ Maar neem je collega wel meteen apart na de vergadering (isoleren). Wees vriendelijk, maar kordaat: “Ik apprecieer de bijdrage die je hebt geleverd aan mijn verslag, maar over je oncollegiale gedrag ben ik niet te spreken. Als je de volgende keer nog eens onterecht alle credits op je neemt, zal ik dit hogerop moeten melden.” (confronteren) Zeg er wel bij dat hiermee voor jou de kous af is en dat je hoopt dat jullie goed kunnen blijven samenwerken. In crisismanagement noemt men dit ook wel de sandwich-techniek: de kritiek ligt ingebed tussen twee lagen van begrip.

Crisissituatie #2: De sfeer op het werk is niet goed, roddels zijn schering en inslag. Ook jij doet er, vaker dan je lief is, aan mee.

Vol heimwee kijk je terug naar de tijd waarin iedereen nog goed overeenkwam met elkaar. Kijk eens vanop een afstand naar je collega’s en analyseer ze. Zijn er bepaalde mensen die een slechte invloed hebben op de rest? Hén moet je hebben. Organiseer een drink na het werk en zorg dat je naast een van deze personen kan zitten. Buig je hoofd naar hem/haar toe en begin op een vertrouwelijke toon te praten over de slechte sfeer (isoleren). Strooi niet met beschuldigingen, maar ga voor een ‘constructieve’ aanpak. Stel voor wat jullie samen kunnen doen om de sfeer weer beter te maken (confronteren). In een informele setting – zoals op café – komen je woorden vriendschappelijk over en sorteren ze meer effect.

Crisissituatie #3: Je baas maakt iedereen het leven zuur door zijn onmogelijke (haantjes)gedrag.

Met je baas (of bazin) ligt het al wat ingewikkelder: je kan moeilijk tussen pot en pint meedelen wat voor pain in the ass hij wel is. Toch moet je hem duidelijk maken dat overuren geen deel zijn van de normale werkdag, dat werknemers weleens een compliment verdienen en dat je tegen mensen spréékt, niet schrééuwt. Doe dat niet waar andere collega’s bij zijn, want zo drijf je je baas in het nauw. Vraag op voorhand een gesprek aan, het liefst op een moment waarop hij wat meer tijd heeft, ook al is dat voor jou een piekmoment. Jij gaat het best naar zijn bureau, het domein waar hij zich thuisvoelt (isoleren). Zeg vervolgens eerlijk wat er op je hart ligt (confronteren). Maar speel het niet te zeer op de man: persoonlijke kritiek komt hard aan en al zeker bij de persoon die over jouw contract beslist. Leg de bal niet alleen in zijn kamp, maar lever zelf enkele voorstellen om het conflict op te lossen. Nog één gouden tip: vermijd de slachtofferrol, daar hebben machtige mensen doorgaans een hekel aan.

Gerlinde De Bruycker