Camera’s op het werk: mag het of mag het niet?

1.275 bedrijven dienden vorig jaar een aanvraag in om één of meerdere camera’s op de werkvloer te plaatsen, 7 procent meer dan in 2014. Dat blijkt uit een analyse van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ). Ondernemingen willen dergelijke camera’s niet alleen installeren om interne diefstallen tegen te gaan, maar ook om na te gaan of hun werknemers geen werktijd stelen door op het werk met privézaken bezig te zijn. Allemaal goed en wel, maar wat zegt de wet in verband met camera’s op het werk?

De website www.privacycommission.be biedt een uitgebreid antwoord op deze vraag: camerabewaking op de arbeidsplaats, met of zonder bewaring van de beelden, is enkel toegelaten voor vier welomlijnde doeleinden. Die staan opgesomd in cao nr. 68, waarin de sociale partners de toepasbaarheid van de Privacywet hebben bevestigd en de principes ervan verder geconcretiseerd. Deze cao is uitsluitend van toepassing op de privésector. Voor wat de openbare sector betreft blijft de Privacywet gelden, al is cao nr. 68 er wel dikwijls de inspiratiebron.

Deze vier doeleinden zijn de volgende:

  • veiligheid en de gezondheid,
  • bescherming van de goederen van de onderneming,
  • controle van het productieproces, die zowel betrekking kan hebben op machines om de goede werking ervan na te gaan, als op werknemers ter evaluatie en verbetering van de werkorganisatie,
  • controle van de arbeid van de werknemer.

Indien het doeleinde van de camerabewaking controle van de arbeid van de werknemer is, mag dit niet tot gevolg hebben dat beslissingen en beoordelingen door de werkgever enkel gebaseerd worden op gegevens die via deze camerabewaking verkregen zijn.

De werkgever dient steeds het doeleinde van de camerabewaking duidelijk en expliciet te omschrijven en hij mag de camerabewaking niet aanwenden op een wijze die onverenigbaar is met het uitdrukkelijk omschreven doeleinde.

Patrick Staudt