1 op de 9 werknemers ervaart agressie op het werk

Meer dan 10% van de werknemers ervaart agressie op de werkvloer. Dit gaat van beledigingen en bedreigingen tot fysiek geweld. Een en ander blijkt uit een onderzoek van IDEWE, de grootste externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.

Uit een onderzoek bij meer dan 45.000 Belgische werknemers tussen 2016 en 2018, gaf 1 op de 9 respondenten (11,4%) aan dat ze in de zes maanden voorafgaand aan de bevraging te maken kregen met agressie op de werkvloer. 1,3% kreeg er zelfs minstens wekelijks mee te maken.

De meest voorkomende vormen

1. Uitgescholden of beledigd worden (10,4%)

2. Bedreigd worden met fysiek geweld (4,2%)

3. Fysiek aangevallen worden (3,2%)

Externen grote boosdoeners

Agressie op het werk komt iets vaker voor bij mannen (12,7%) dan bij vrouwen (10,7%). In bijna de helft van de gevallen (48,5%) gaat het om agressie door externen, zoals bijvoorbeeld klanten, patiënten of leerlingen. 31,3% duidt één of meerdere collega’s of leidinggevenden aan als dader(s). Opvallend is dat vrouwelijke werknemers vaker te maken krijgen met externe agressie terwijl dit voor de mannelijke respondenten meer gelijkloopt.

De bouwsector op kop

Uit het onderzoek blijkt verder dat agressie het vaakst voorkomt in de bouwsector (16,2%), op de voet gevolgd door de overheidssector (14,5%) en de industrie (13,4%).

Link met burn-out

“De gevolgen van beledigingen, bedreigingen of fysieke aanvallen op de werkvloer zijn niet min. Werknemers die ermee geconfronteerd werden, lopen bijna dubbel zoveel kans om (langdurig) uit te vallen met een burn-out (30,1% tegenover 14,1%). Dit brengt hoge kosten met zich mee voor de onderneming. Zowel werknemers als werkgevers hebben erbij te winnen om agressie op de werkvloer aan te pakken. Zo kunnen ondernemingen onder meer een agressiebeleid opstellen en moeten ze ook sterk inzetten op conflictbemiddeling, teaminterventies of een individuele begeleiding na een agressie-incident”, vertelt Lode Godderis, Directeur Kennis, Informatie en Research van IDEWE.

Mieke Vercruijsse